Het Leitner systeem
De proefwerkweek staat weer voor de deur - tijd om te stampen! Je pakt je geschiedenisboek erbij en maakt aantekeningen op je gloednieuwe flashcards. Op de voorzijde schrijf je de belangrijkste begrippen en gebeurtenissen, op de achterzijde noteer je de bijbehorende uitleg - aangevuld met jaartallen en kleine tekeningetjes. Als je hiermee klaar bent, schuif je je boek aan de kant en begin je jezelf te overhoren. Je pakt de flitskaarten één voor één op, leest de voorkant en probeert je te herinneren wat er op de achterzijde staat.
Zo werk je het hele stapeltje af - totdat je halverwege plots blijft steken. Wat was feodalisme ook alweer? Wat betekent schisma? En waar ging de Honderdjarige Oorlog ook alweer over - en duurde die nou echt honderd jaar? Je kraakt je hersenen, maar er schiet je niets te binnen. Hoe zorg je er nou voor dat je al die ingewikkelde begrippen en jaartallen onthoudt? Gelukkig heeft de Duitse wetenschapsjournalist Sebastian Leitner hier iets op bedacht.
Slim leren in plaats van veel leren
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat leren met flashcards één van de meest effectieve manieren van studeren is. Scholieren en studenten die flashcards gebruiken om te studeren, onthouden informatie over het algemeen beter en sneller dan scholieren en studenten die andere studiemethoden gebruiken. Dit resultaat bereik je echter niet door je flashcards één keer vluchtig door te lezen: herhaling is de basis van het leerproces. Hoe kun je dat het echter het beste aanpakken? Is het slim om alles te herhalen of alleen de flitskaarten waar je moeite mee hebt? En hoe vaak moet je de stof precies herhalen? De Leitner methode helpt je om alle stof zo snel en goed mogelijk te leren.
Het Leitner systeem stap voor stap
Stap 1 - Schrijf de stof die je moet kennen op de flitskaarten. Neem hier gerust de tijd voor - als je aan het schrijven bent, ben je namelijk al bezig met het memoriseren van de stof. Op deze pagina leggen we je uit hoe je je flashcards het best kunt inrichten.
Stap 2 - Pak drie bakjes, doosjes of kommetjes. Als je die niet bij de hand hebt, kun je ook drie A4'tjes gebruiken. Het is in dat geval wel slim om deze te nummeren van 1 tot en met 3.
Stap 3 - Leg alle flashcards in bakje 1 (of op het eerste A4'tje). Pak de flashcards één voor één op en probeer je te herinneren wat er op de achterkant staat. Heb je juist geantwoord? In dat geval leg je het kaartje in bakje 2. Had je hem fout? Dan blijft hij in bakje 1. Ga door totdat je alle kaartjes gehad hebt.
Stap 4 - De kaartjes die overblijven in bak 1, leer je elke dag. Zodra je een kaartje goed hebt, schuift hij op naar bak 2. Is je antwoord fout? Dan blijft het kaartje in bak 1.
Stap 5 - De kaartjes in bak 2 leer je elke twee dagen. Als je een kaartje goed hebt, schuift hij op naar bak 3. Als je een kaartje fout hebt, gaat hij terug naar bak 1.
Stap 6 - De kaartjes in bak 3 leer je elke vier dagen. Als je een kaartje uit bak 3 fout hebt, gaat hij terug naar bak 2. Als je een kaartje uit bak 3 goed beantwoordt, haal je hem uit het bakje en leg je hem apart. Gefeliciteerd, je kent dit kaartje door en door! Het is niet meer nodig om dit kaartje te herhalen.
Onze tips
Is de stof erg moeilijk of moet je buitengewoon veel stof leren? In dat geval kun je eventueel een vierde en een vijfde bakje toevoegen. Deze kaartjes herhaal je elke 9 dagen (bakje 4) en elke 15 dagen (bakje 5). Is die vervelende proefwerkweek eindelijk achter de rug? Gooi je flitskaartjes niet weg! Deze komen misschien weer van pas bij toekomstige proefwerken of bij je eindexamen.
Facebook comment