Flashcards 2.0

Goed, je bent begonnen met het maken van je Flashcards. Als het goed is heb je een geschiedenisboek erbij gepakt, heb je de woordenlijsten van Frans overgenomen of heb je alle presidenten van de Verenigde Staten inmiddels uit je hoofd geleerd.

Maar wat kun je nou doen als je nog meer uit je Flashcards wilt halen? In dit blog zullen we je nog een aantal tips geven. Zo is er een vijf stapel systeem, of wat denk je van lekker tekenen? Lees dan snel verder en haal nog meer uit je Flashcards.

De beste manier om met de Flashcards te werken is met drie stapels, maar als je zou zoeken op de Leitner Methode, dan kom je nog een aantal variaties tegen. Het systeem is door de jaren heen erg verbeterd en de drie stapel methode is de beste. Maar omdat iedereen verschillend is en anders leert, hieronder toch wat alternatieven.

Vijf bakjes systeem

In het eerste blog heb je geleerd hoe je een Flashcard moet schrijven, hoe je moet werken met drie stapels en hoe vaak je alles moet herhalen. Wil je het toch graag uitbreiden of wil je sommige begrippen, die je wel kent, toch af en toe herhalen? Breid dan uit naar vijf stapels. Het principe is gelijk, ken je een begrip, dan gaat het een stapel verder, ken je het niet, dan gaat het terug naar stapel 1.

De bedoeling is dat, hoe verder in de stapels een Flashcard komt, hoe minder vaak je deze hoeft te herhalen. Dit zijn dus de Flashcards die je echt goed kent.

Stapel 1 – deze Flashcards oefen je elke dag
Stapel 2 – deze Flashcards oefen je elke 2 dagen
Stapel 3 – deze Flashcards oefen je elke 5 dagen
Stapel 4 – deze Flashcards oefen je elke 8 dagen
Stapel 5 – deze Flashcards oefen je elke 10 dagen

Associatief denken, wat is dat?

Er zijn verschillende manieren waarop onze hersenen informatie kunnen opslaan. Denk aan een herinnering die terug komt omdat je een bepaalde geur ruikt. Of hoe snel je iemand kunt herkennen als je een stem hoort. Dit heet ook wel associatief denken. Je legt verbanden tussen dingen die je hebt gelezen, gehoord, gezien en/of geroken. Als je het nou lastig vindt om dingen alleen maar te onthouden door het op te schrijven, dan is het misschien een goed idee als je lastig te leren Flashcards op een andere manier gaat gebruiken.

Ezelsbruggetjes

Je kunt voor jezelf een ezelsbruggetje verzinnen waardoor je bijvoorbeeld beeld en tekst aan elkaar kunt verbinden. Of je maakt van de eerste letters van woorden die bij elkaar horen een ander woord. Denk eens aan ’t Kofschip, of ’t Fokschaap. Deze ezelsbruggetjes ken je zeker wel. Wil je bijvoorbeeld onthouden wat de volgorde is waarin je bewerkingen moet toepassen bij rekenen, dan is dit een mooi ezelsbruggetje

Hare Majesteit Wacht Vele Dagen Op Antwoord

H aakjes
M achten
W ortel
V ermenigvuldigen
D elen
O ptellen
A ftrekken

Vorm er een beeld bij

Nog een goede manier is om eens lekker te gaan tekenen. Pak je STABILO pennen en leef je uit. Is het een begrip waar je een tekening van kunt maken, of wat je bij een bepaalde kleur vindt horen, versier je kaart. Moet je bijvoorbeeld de landen van Europa leren, teken de vlaggen van die landen erbij. Moet je jaartallen leren of een vreemde taal? Teken iets wat ermee te maken heeft, je zult zien dat het helpt.

Hoe Flashcards gebruiken Flashcards hoe werkt het?

Door niet alleen met tekst bezig te zijn blijft een begrip vaak beter hangen. En ben je geen Picasso, dat maakt echt niet uit. Het doel is dat je intensief bezig bent met de informatie op de Flashcard, zo activeer je weer je langetermijngeheugen en blijft het een stuk beter hangen.

Mix it up

Als je eenmaal het systeem met de drie of vijf bakjes onder de knie hebt, en je hebt er al je kaartjes van één vak mee geleerd, dan is het tijd om een stapje verder te gaan. Meng de Flashcards voor verschillende vakken door elkaar en zet je hersens echt goed aan het werk. Misschien merk je zelfs wel dat het nog makkelijker gaat omdat je niet de hele tijd maar met één vak bezig bent.<