Hoe werken Flashcards?
Oké, je hebt een hoop geleerd op school, maar hoe kan je het nu allemaal gaan onthouden? Je hebt pas over een paar weken een toets dus hoe voorkom je dat je dan alles nog de avond van tevoren moet leren, en ook nog eens onthouden? De makkelijkste manier om informatie in je langetermijngeheugen op te slaan is door herhaling en door je hersens actief aan het werk te zetten.
Eén manier om dit te doen is door samenvattingen te schrijven, maar als je veel begrippen of woorden snel en goed wilt leren is er een betere optie. Met Flashcards en het systeem waarvoor deze gemaakt zijn zul je snel en goed informatie opslaan, zodanig dat je het nu, volgende week en over een jaar nog weet.
Wat zijn Flashcards eigenlijk?
Flashcards werken met een systeem waarbij je niet alleen overschrijft uit het boek, maar waarbij je jezelf dwingt om na te denken over een antwoord. Door echt na te gaan denken stimuleer je het deel van je hersenen waar je langetermijngeheugen zit. Je kunt het vergelijken met leren fietsen. In het begin is het lastig en gebruik je zijwieltjes. Je moet elke keer goed nadenken over wat je met je voeten moet doen, hoe je moet remmen en hoe je op ander verkeer moet letten. Als je dit maar lang genoeg gedaan hebt, gaat het uiteindelijk vanzelf. En zelfs als je dan een aantal jaar niet op een fiets hebt gezeten, echt verleren zal je het niet.
Flashcards zijn bedacht door de Duitse Prof. Sebastiaan Leitner. Hij schreef in 1972 het boek So lernt man lernen (zo leert men leren) waarin hij de Leitner methode introduceerde. Hierbij schrijf je op de ene kant van een Flashcard een definitie, woord of vraag, en op de andere kant de uitleg, vertaling of het antwoord. Door de Flashcards steeds weer te gebruiken en te herhalen sla je de informatie op in je langetermijngeheugen.
De beste manier om Flashcards te gebruiken
Voordat je kunt gaan oefenen moet je Flashcards, zelf en met de hand, schrijven. Dit is belangrijk, want het is de eerste stap van het leren. We nemen als voorbeeld het leren van het begrip inprenting, het Franse woord voor studeren en de vraag ‘wie schreef het boek Max Havelaar’. Deze komen op de voorkant, op de achterkant schrijf je de antwoorden. Wanneer je alle Flashcards af hebt plaats je ze in box 1.
Elke keer als je naar de voorkant kijkt moet je even de tijd nemen om het antwoord goed voor jezelf te formuleren. Draai niet te snel naar het antwoord, maar zet je hersens echt even goed aan het werk. Zo stimuleer je echt je langetermijngeheugen. Hieronder staat het stappenplan voor het werken met je zelf gemaakte Flashcards. Het is belangrijk dat je dit stappenplan goed volgt, want anders hebben de Flashcards veel minder effect.
Je begint met alle Flashcards in box 1
1. Als je goed hebt geantwoord, dan gaat de Flashcard naar box 2
2. Heb je het antwoord fout, dan blijft de Flashcard in box 1
De kaartjes van box 1 doe je elke dag
Vervolgens ga je box 2 doornemen
1. Heb je een Flashcard goed uit box 2, dan gaat hij naar box 3
2. Heb je een Flashcard fout uit box 2, dan gaat hij terug naar box 1
De Flashcards van box 2 doe je om de 3 dagen
Als laatste neem je box 3 door
1. Heb je een Flashcard goed uit box 3, dan blijft hij daar
2. Heb je een Flashcard fout uit box 3, dan gaat hij terug naar box 1
De Flashcards van box 3 doe je om de 5 dagen
Wanneer begin je met Flashcards?
Zoals je kunt zien is het verstandig de Flashcards niet pas de avond voor een toets te maken. Kijk dus nu alvast in je agenda wanneer je een toets hebt en begin twee weken van tevoren met het maken van je kaartjes. Dit geeft je niet alleen de tijd om de kaartjes meerder keren te herhalen, het geeft je ook de rust om de kaartjes te maken.
Tips, trics en gratis Flashcards
We zullen je het komende jaar in dit blog tips en trics geven die het werken met Flashcards leuker en makkelijker maken. Schrijf je zelf een leuke blog met tips en trics, laat dan zeker wat van je horen, plaatsen we jouw blog, dan ontvang je gratis een set Flashcards!
Dit blog is geschreven door Malka de Lange van MalkaMedia
Facebook comment